- goddeloos
- {{goddeloos}}{{/term}}1 [aan geen god(en) gelovend] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 athée2 [diep verdorven] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 dépravé3 [zondig] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 impie; 〈bijwoord〉 de façon impie4 [enorm, ontzettend] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 sacré 〈voor zelfstandig naamwoord〉; 〈bijwoord〉 sacrément♦voorbeelden:1 een goddeloze • un(e) athée2 een goddeloze stad • une ville dépravée4 een goddeloos lawaai • un bruit de tous les diablesik heb me goddeloos verveeld • je me suis vachement ennuyé
Deens-Russisch woordenboek. 2015.